Veel zaken, weinig capaciteit: aantal asielberoepen uitdaging voor veel rechtbanken in EU-lidstaten

Asielzoekers hebben het recht om in beroep te gaan tegen een besluit over hun asielaanvraag. Met het oog op het ingaan van het Migratiepact op 12 juni 2026 bracht het EMN de huidige beroepsprocedures van lidstaten in kaart. Veel EU-lidstaten blijken belemmeringen tegen te komen bij de behandeling van beroepszaken, vooral door een gebrek aan capaciteit bij rechtbanken. Digitalisering en kennisuitwisseling tussen rechtbanken zijn in sommige landen een oplossing.

> Lees het volledige EMN-onderzoek (vergelijking tussen 22 EU-lidstaten*) en de two-pager van EMN Nederland (vergelijking onderzoeksresultaten vanuit Nederlands perspectief) 

Het recht van asielzoekers om in beroep te gaan is vastgelegd in EU-wetgeving, onder meer in de Asielprocedureverordering van 11 juni 2024 (2024/1348/EU). EU-lidstaten moeten deze verordening toepassen vanaf het ingaan van het Migratiepact op 12 juni 2026, en er daarmee ook voor zorgen dat mensen van beroepsprocedures gebruik kunnen blijven maken. Om inzicht te krijgen in hoe lidstaten tot nu toe beroepsprocedures organiseren, bracht het EMN de huidige procedures in kaart en vergeleek deze onderling. Het EMN-onderzoek gaat alleen in op beroepsprocedures in eerste aanleg, oftewel de eerste keer dat een rechter zich over een zaak buigt.

Lidstaten hanteren verschillende termijnen voor het indienen van een beroep

De termijnen voor het starten van een beroepsprocedure verschillen per lidstaat, afhankelijk van het type asielprocedure waarin een asielbesluit is genomen.

  • Algemene asielprocedure 
    In Nederland gelden in vergelijking met andere EU-lidstaten relatief korte termijnen voor het instellen van beroep tijdens deze procedure. Asielzoekers moeten dit binnen een week doen, waarna de rechter 4 weken de tijd heeft om een uitspraak te doen. Dit geldt ook in 4 andere lidstaten (BG, EL, PL, SI).
  • Verlengde asielprocedure
    Nederland behandelt complexere zaken in de verlengde procedure, waarvoor een beroepstermijn van 4 weken geldt. Dit is vergelijkbaar met de beroepstermijn in de algemene asielprocedure in veel andere lidstaten (BE, CY, CZ, EL, FI, FR, HR, LU, LV, SK).
  • Versnelde asielprocedure
    Alleen BG, CY, IE, LU, en PL hebben een aangepaste beroepsprocedure tegen beslissingen in de versnelde procedure. Nederland heeft naast de algemene en verlengde asielprocedure ook een versnelde (vereenvoudigde) procedure, maar heeft daarvoor geen kortere verzoek- en beslistermijnen.  
  • Grensprocedure
    Lidstaten hebben geen specifieke beroepsprocedures tegen beslissingen in het kader van de grensprocedure, op Frankrijk na.  

Rechtsbijstand, extra procedurele bescherming

In Nederland en de meeste andere lidstaten (BE, BG, CY, CZ, DE, EE, FR, HR, IE, LT, LU, LV, PL, SE, SK) kunnen asielzoekers gebruik maken van door de staat gefinancierde rechtsbijstand. Nederland is een van de weinige landen waar asielzoekers deze rechtsbijstand automatisch krijgen, dus zonder hierom te hoeven vragen. Dit geldt verder alleen in Bulgarije, Oostenrijk, Spanje en Zweden.  
Aan alleenstaande minderjarige asielzoekers biedt Nederland, net als een meerderheid van de lidstaten, extra procedurele bescherming door het aanwijzen van een een advocaat en een voogd. 

Belemmeringen beroepssysteem

Nederland is een van de 12 lidstaten (BE, CY, DE, EE, FR, IE, LT, LU, LV, NL, PL, SI) die uitdagingen ervaart bij het behandelen van beroepszaken. Acht lidstaten (BE, DE, EE, IE, LT, LV, NL, SI) noemen daarbij een toename van het aantal beroepszaken en een gebrek aan capaciteit of middelen (waaronder financiële middelen) bij rechtbanken.

In Nederland hebben rechtbanken extra beroepszaken omdat meer asielaanvragers in beroep gaan tegen het niet tijdig beslissen over hun asielaanvraag. Dit aantal is hoger door achterstanden bij het behandelen van asielaanvragen.  

Ook noemden 8 lidstaten (BE, CY, EE, FI, IE, NL, LV, SI) uitdagingen rond achterstanden in de behandeling van beroepszaken. Dit kan liggen aan de toename van het aantal beroepen, aan te korte termijnen om een beslissing te nemen, en/of een gebrek aan personeel. Nederland en Litouwen noemen bovendien een tekort aan tolken, vaak nodig bij rechtszittingen.

Oplossingen die lidstaten aangeven:

  • Meer capaciteit
    Nederland, Cyprus, Ierland en Slowakije zien vooral het vergroten van de capaciteit binnen de bevoegde instanties als oplossing.
  • Digitaliseren beroepsprocedures asiel 
    Duitsland, Ierland, Litouwen en Spanje hebben met succes ingezet op het digitaliseren van beroepsprocedures. In Duitsland en Litouwen gaat het bijvoorbeeld om online zittingen, Ierland introduceerde digitale (papiervrije) procedures.
  • Kennisuitwisseling
    Om achterstanden in te lopen wisselen rechtbanken in Nederland onderling kennis en ervaring uit over het efficiënter behandelen van zaken. Finland is begonnen met het categoriseren van zaken op basis van herkomstland en asielgrond om efficiënter te werken bij vergelijkbare rechtszaken. Ook stelt Finland al vroeg in de procedure vast bij welke zaken een mondelinge zitting noodzakelijk is.

*Deelnemende landen: Oostenrijk (AT), België (BE), Bulgarije (BG), Cyprus (CY), Tsjechië (CZ), Duitsland (DE), Estland (EE), Griekenland (EL), Spanje (ES), Finland (FI), Frankrijk (FR), Kroatië (HR), Hongarije (HU), Ierland (IE), Litouwen (LT), Luxemburg (LU), Letland (LV), Nederland (NL), Polen (PL), Zweden (SE), Slovenië (SI), Slowakije (SK)