Staatloosheid in de EU

Staatloosheid stelt een migrant voor grote problemen. Geen enkele lidstaat beschouwt een staatloze migrant als burger. Dat heeft vergaande gevolgen, bijvoorbeeld bij het verkrijgen van reisdocumenten, het aannemen van werk, het afsluiten van een ziektekostverzekering, het ontvangen van een uitkering of het kopen van een huis.

Belangrijkste conclusies

  • Een migrant kan staatloosheid zijn door statenopvolging, onduidelijke of discriminerende wetten voor het vaststellen van nationaliteiten, ontheemding/gedwongen migratie, of het hebben van staatloze ouders.
  • Tussen lidstaten bestaan grote verschillen in procedures voor het vaststellen van een status als staatloze.
  • In de meeste lidstaten is geen verband tussen de erkenning als staatloze en de afgifte van een verblijfsvergunning.
  • Vrijwel alle lidstaten zijn gebonden aan het 'Verdrag betreffende de status van staatlozen' uit 1954. De meeste lidstaten zijn ook gebonden aan het 'Verdrag tot beperking der staatloosheid' uit 1961.
  • In de meeste lidstaten kunnen kinderen geen status als staatloze krijgen.


Vergelijkend onderzoek EU-lidstaten: ‘Statelessness in the EU’ (Inform), november 2016