The organization of the asylum and migration policy in the Netherlands

Dit onderzoek van EMN Nederland geeft een overzicht van de uitvoering van het migratie- en asielbeleid in Nederland sinds 1 november 2012.

Khalil Ibrahim (rechts), een Syrische vluchteling uit Aleppo, in een vluchtelingenkamp voor een tent geschonken door de Japanse overheid. | Foto: IOM, 2014
Khalil Ibrahim (rechts), een Syrische vluchteling uit Aleppo, in een vluchtelingenkamp voor een tent geschonken door de Japanse overheid. | Foto: IOM, 2014

Sinds het regeerakkoord van het kabinet Rutte II geldt een departementale herindeling. De organisaties die zijn betrokken bij het migratie- en asielbeleid zijn verhuisd van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Met de herindeling zijn enkele wijzigingen gekomen in het beleid en de verantwoordelijkheden van de betrokken organisaties die het asiel- en migratiebeleid uitvoeren. Zo hebben migranten die geen verblijfsvergunning krijgen nog maximaal 28 dagen recht op opvang bij het Centraal Opvangorgaan Asielzoekers (COA). Lukt het niet om Nederland binnen die termijn te verlaten, dan wordt de migrant overgeplaatst naar een vrijheidsbeperkende locatie van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Uitgeprocedeerde gezinnen met minderjarige kinderen worden geplaatst in een gezinslocatie. Het COA zorgt voor medische zorg en onderwijs.

Onderzoek Nederland: 'De organisatie van het asiel- en migratiebeleid in Nederland', augustus 2012