Migranten zonder recht op een verblijfsvergunning moeten Nederland weer verlaten. Het Nederlandse terugkeerbeleid komt op hoofdlijnen overeen met het beleid in andere lidstaten van de Europese Unie (EU), op een aantal onderdelen wijkt het Nederlandse beleid af. Aan het Europese EMN-onderzoek naar de effectiviteit van terugkeer werkten 22 EU-lidstaten mee.
Effectiviteit terugkeer naar landen van herkomst (Nederland-EU)

Nederland in vergelijking met andere EU-lidstaten
Terugkeerbesluiten
Als een EU-lidstaat een migrant een verblijfsvergunning weigert, dan volgt een ‘terugkeerbesluit’ en moet een migrant het land verlaten. Evenals de meerderheid van de lidstaten legt Nederland ook een terugkeerbesluit op als:
- de verblijfsplaats van een migrant onbekend is (17/22 lidstaten)
- een migrant geen identificatie- of reisdocumenten heeft (20/22 lidstaten)
- illegaal verblijf bij het verlaten van het land wordt vastgesteld (14/22 lidstaten)
Komt een migrant met een terugkeerbesluit van een andere lidstaat aan in Nederland, dan neemt Nederland het terugkeerbesluit niet over. Nederland neemt in dat geval zelf een terugkeerbesluit, vanwege praktische redenen. Hetzelfde geldt voor Hongarije en Zweden.
Risico op onttrekking aan toezicht
Landen proberen in te schatten hoe groot het risico is dat een migrant tijdens het aanvraagproces voor een verblijfsvergunning, of na het weigeren hiervan, uit het zicht verdwijnt. Een migrant kan onderduiken en/of doorreizen naar een ander land. Nederland erkent grotendeels dezelfde aanwijzingen voor het risico hierop als andere landen, met uitzondering van:
- gewelddadig of frauduleus verzet tegen terugkeer
- gebrek aan financiële middelen
- reis naar een andere lidstaat
- veroordeling voor een misdrijf in een andere lidstaat
Lidstaten proberen onderduiken te voorkomen door een meldplicht op te leggen (22 lidstaten) of door een verbod op te leggen om een bepaald gebied te verlaten. In Duitsland zijn afgewezen migranten verplicht deel te nemen aan voorlichtingsbijeenkomsten over terugkeer. Duitsland en het Verenigd Koninkrijk houden elektronisch toezicht op afgewezen migranten, bijvoorbeeld door een elektronische enkelband.
Opsporing en bewaring
- 20 van de 22 lidstaten hebben maatregelen om illegaal verblijvende migranten van wie niet bekend is waar ze zich bevinden, op te sporen en aan te houden. Een aantal aanvullende maatregelen van lidstaten past Nederland niet toe. Dit geldt bijvoorbeeld voor een fysieke controle bij de laatste bekende werkgever (Malta) of informatie-uitwisseling tussen autoriteiten en stakeholders, bijvoorbeeld tussen gemeenten, scholen en werkgevers (onder meer België, Duitsland, Finland, Verenigd Koninkrijk). Het Verenigd Koninkrijk heeft een uitgebreid systeem om illegaal verblijvende migranten op te sporen.
- In alle lidstaten, ook in Nederland, kunnen migranten voorafgaand aan hun terugkeer onder bepaalde voorwaarden in bewaring worden geplaatst. In Nederland geldt dit ook voor alleenstaande minderjarige migranten (voor maximaal veertien dagen voorafgaand aan vertrek), eveneens onder bepaalde voorwaarden. In de meeste lidstaten is dit niet mogelijk. Wel kent Nederland meerdere alternatieven voor bewaring in vergelijking met andere lidstaten. Naast de meldplicht, die in alle lidstaten geldt, hanteert Nederland ook het moeten overhandigen van reis- en/of identiteitsdocument (15/22 lidstaten), verplicht verblijf in een bepaalde locatie of geografisch gebied (19/22 lidstaten), het opleggen van een waarborgsom (9/22 lidstaten) en/of een verklaring van een derde die voor een migrant garant staat (5/22 lidstaten).
Vrijwillig terugkeer
- In Nederland, evenals in de meeste lidstaten, start de periode voor vrijwillig vertrek automatisch en hoeft een migrant hiervoor geen aparte aanvraag te doen.
- Nederland houdt niet bij of een migrant daadwerkelijk Nederland heeft verlaten tijdens de periode van vrijwillig vertrek.
Inreisverboden
- Nederland legt net als veel andere lidstaten een inreisverbod op:
- bij een risico dat een migrant zich wil onttrekken aan toezicht
- als een migrant een gevaar vormt voor de openbare orde, de openbare veiligheid of nationale veiligheid
- als een aanvraag voor een verblijfsvergunning is afgewezen
- Nederland registreert inreisverboden systematisch in het Schengen-informatiesysteem II (SIS II).
Onderzoeken
- Vergelijkend onderzoek Nederland en EU-lidstaten (benchmark): ‘Maatregelen om de effectiviteit van terugkeer te bevorderen’, 17 december 2018
- Vergelijkend onderzoek EU-lidstaten (samenvatting Syntheserapport, Inform): ‘The effectiveness of return in EU Member States’, februari 2018
Bekijk ook
- Inform I Vrijwillige terugkeer migranten6 juni 2016De meeste migranten van wie de verblijfsaanvraag is afgewezen keren vrijwillig terug naar hun land van herkomst. Terugkeer- en reïntegratieprogramma’s helpen migranten daarbij. Deze Inform gaat in op het onderzoek van de Return Expert Group (REG) naar 87 terugkeer- en reïntegratieprogramma's uit 23 lidstaten van de Europese Unie (EU) plus Noorwegen.
- Ad hoc onderzoek I Terugkeer6 maart 2017EMN Finland nam in 2016 het initiatief voor een onderzoek over de terugkeer van alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s). Aanleiding was een project van de Finse autoriteiten om de terugkeer van asielzoekers, vooral amv’s, te verbeteren. Aan het onderzoek deden 24 lidstaten van de Europese Unie (EU) mee.
- Thematisch onderzoek | Terugkeer1 juli 2014Lidstaten van de Europese Unie (EU) zetten verschillende regelingen in bij het laten terugkeren van migranten van buiten Europa naar hun landen van herkomst. Zo kan aan een migrant een inreisverbod worden opgelegd. Daarnaast bestaan er zogeheten terugname- en overnameovereenkomsten voor migranten die een land moeten verlaten. Het EMN onderzocht de toepassing van de Terugkeerrichtlijn, het inreisverbod, en de terugkeer- en overnameovereenkomsten.